Voor een gelijmde inbinding heb je een rugdikte van minstens 3 mm nodig. De rugdikte wordt bepaald op basis van het aantal pagina's en het papiergewicht. De frontcover, rug en backcover vormen één geheel. Het binnenwerk bestaat uit een stapeltje losse pagina's dat in de binnenkant van de rug gelijmd wordt.
Een afscheurstrook of perforatielijn wordt best aangeduid in een extra pantonekleur. Zo weten we waar de lijn precies moet komen.
Met een hoekafrondmachine kunnen de rechte hoeken van een kaart afgerond worden.
Drukwerk wordt doorgaans gesneden met rechte lijnen. Om een speciale vorm in het drukwerk aan te brengen wordt een stansvorm aangemaakt. De vorm kan doorgekapt worden, of tussen vel en drager gestanst. Tussen vel en drager stansen wordt vaak toegepast bij kleine stickers, de backing achter de sticker wordt niet doorgekapt, zodat de sticker makkelijk afpelbaar is. Kaplijnen worden doorgaans aangeduid op het bestand in magenta of in een pantonekleur. Een kapvorm kan ook rillijnen bevatten, deze worden doorgaans aangeduid als stippellijn.
Een laminaat is een transparante zelfklevende laag die over een drukwerk wordt aangebracht. Doel van een laminaat is om het drukwerk te beschermen tegen krassen, vuil en vocht, of om het drukwerk een extra glanzende of matte look & feel te geven. Laminaat kan enkel langs één zijde of langs beide zijden van het drukwerk aangebracht worden (recto of recto verso lamineren)
Papier vanaf 170 g/m² wordt machinaal gerild alvorens het wordt gevouwen. Er wordt met een rechte lijn een inslag gegeven op de plaats waar de vouwlijn moet komen. Dit om te voorkomen dat het papier 'breekt' of dat je kreukjes langs de vouwlijn gaat zien. Grammages lichter dan 170g/m² hoeven niet gerild worden, zij kunnen onmiddellijk handmatig of machinaal gevouwen worden.
Als de cover van een brochure hetzelfde grammage heeft als het binnenwerk dan gebruiken we de term 'selfcovering'. Een brochure heeft vaak ook een cover die zwaarder aanvoelt dan het binnenwerk.
Het papiergewicht of grammage wordt uitgedrukt in gram per vierkante meter. Een postkaart of naamkaartje voelt zwaar aan, en heeft meestal een grammage van 300 of 350 gram per vierkante meter. Het binnenwerk van een boek voelt lichter aan en wordt meestal op 100 tot 130 gram per vierkante meter gedrukt. Flyers en brochures worden vaak op een tussengrammage gedrukt.
MACO (machine coated paper) papier is papier dat voorzien is van één of meerdere strijklagen. Hierdoor is het papier glad en glanzend. Bij 3Plus kan je drukwerk op glanzend (maco gloss) en halfmat (maco silk) gestreken papier laten drukken. Maco papier is heel goed bedrukbaar, en ideaal voor foto's, brochures en flyers. OFFSET papier is standaard, niet gestreken papier. Het bevat meer houtvezels doordat het niet gestreken is. Er zijn tal van soorten offset papier, zowel effen als gevergeerd (met structuur of patroon).
Een drukwerk dat aflopend is, wordt bedrukt tot aan de rand. Bij een niet aflopend drukwerk blijft de rand van het drukwerk onbedrukt, en zie je dus het onbedrukte papier aan de zijden van het drukwerk.
De voor- en achterzijde van een blad worden aangeduid als recto en verso. Bij een drukwerk dat slechts eenzijdig bedrukt wordt spreken we over recto druk, bij een tweezijdig bedrukt drukwerk spreken we over recto verso druk.

Een katern is het resultaat dat je bekomt wanneer je een drukvel één of meerdere keren vouwt. Bij een geniete brochure bijvoorbeeld, wordt steeds in katernen gewerkt. Een staande A4 brochure bestaat uit liggende A3 vellen die gevouwen zijn tot A4. Een katern is dan steeds opgebouwd uit vier A4 pagina's. Wanneer je een geniete brochure wilt bestellen, dan moet je er rekening mee houden dat het aantal pagina's steeds uit een veelvoud van 4 zal bestaan. Een staande A4 brochure van 8 pagina's bestaat uit twee liggende A3 vellen die in twee gevouwen worden.

Wanneer een drukwerk aflopend is, en de afbeelding of achtergrond tot aan de rand van het drukwerk komt, dan is het nodig om 'bleed' te voorzien. Bleed is een veiligheidsmarge die buiten de randen van het drukwerk loopt, en die nadien weggesneden wordt. Je laat de aflopende achtergrond of afbeelding een beetje verder lopen dan het nettoformaat van het drukwerk. Wij vragen onze klanten om steeds 2 mm bleed te voorzien. Als een drukwerk bv A5 eindformaat heeft, dus netto 148 x 210 mm, dan is het brutoformaat inclusief 2 mm bleed rondom 152 x 214 mm.
Het open formaat van een drukwerk is het formaat in mm als het drukwerk opengevouwen is. Het gesloten formaat is het formaat in mm van een dichtgeplooid drukwerk. Wanneer het drukwerk niet geplooid wordt, dan is het open formaat identiek aan het gesloten formaat. Bijvoorbeeld een A6 postkaart heeft een formaat van 105 x 148 mm. Een staande A4 brochure heeft een open formaat van 420 x 297 mm en een gesloten formaat van 210 x 297 mm.
pdf voor druk
resolutie: 300 dpi op ware grootte
in CMYK kleuren (geen RGB of pantone)
bleed 2 mm
kleurprofiel: Fogra 39 of 27
resolutie: 300 dpi op ware grootte
in CMYK kleuren (geen RGB of pantone)
bleed 2 mm
kleurprofiel: Fogra 39 of 27